- Gepubliceerd: 11 september 2015 11 september 2015
- Hits: 7094 7094
Op zaterdag 10 oktober, tijdens de 20ste Nacht van de Duisternis doven verschillende gemeenten in onze regio de openbare verlichting voor één avond en kunnen inwoners eventjes proeven van de rust en gezelligheid van een donkere nacht. Met deze jaarlijkse campagne zet Bond Beter Leefmilieu, Preventie Lichthinder en de Werkgroep Lichthinder de impact van lichtvervuiling in de kijker.
Want er wordt vaak te veel en verkeerd verlicht. We kunnen best met wat minder verlichting, zonder daarbij aan veiligheid in te boeten. Vaak wordt de verlichting naar boven toe, de hemel in gestraald. Met alle gevolgen van dien: te veel nachtelijke verlichting leidt tot slaapgebrek en tot gezondheidsproblemen bij mensen. Maar ook het bioritme van planten en dieren lijdt eronder. Een te fel verlichte nacht is bovendien ook een enorme energieverspilling.
Vleermuizen in de Boshoek en omgeving
Lien Weyn, studente aan de Thomas Moore Hogeschool Antwerpen maakte rond dit boeiende onderwerp een stage- en eindwerk: “Connectiviteit voor vleermuizen in Landschapspark Zuidrand, deelgebied Boshoek”*. Het handelt over het ganse openruimtegebied in de Antwerpse Zuidrand (Boechout, Hove, Lint).
De Boshoek in Boechout en ruime omgeving vormt potentieel een uitstekende habitat voor verschillende soorten vleermuizen door de aanwezigheid van meerdere oude boskernen. Ze zorgen voor een behoorlijk aantal zomer- en winterverblijfplaatsen voor deze gevleugelde vrienden. Maar .. Lien kwam tot de conclusie dat twee belangrijke elementen cruciaal zijn voor het verbeteren van de leefomgeving voor de vleertjes.
Zo moet in eerste instantie de verlichting in de open ruimte van dit gebied - vooral tijdens de zomermaanden - gedoofd worden, in samenspraak met de omwonenden uiteraard. Het is immers essentieel dat de onmiddellijke omgeving zo'n ingreep mee moet kunnen en willen dragen.
In de tweede plaats dienen er meer kleine landschapselementen of KLE's te worden voorzien. Dat kan vaak al door de inplanting van één enkele boom daar waar bijvoorbeeld een opening van meer dan 25 meter is in een bomenrij, of door een korte houtkant aan te planten. Ook hier is goede communicatie met o.m. eigenaars en landbouwers aangewezen.
De studie van Lien Weyn levert alleszins verdienstelijke informatie, en verder wetenschappelijk onderzoek is zeker aangewezen, schrijft ze. Er is nog te weinig geweten omtrent de soorten vleermuizen die in de Boshoek voorkomen en omtrent de vliegroutes die ze momenteel gebruiken.
Foto: Hugo Willocx