- Gepubliceerd: 03 mei 2003 03 mei 2003
- Hits: 6261 6261
De driedaagse terrestrische stage van 2de lic. Biologie van de UA wordt georganiseerd op de terreinen van Natuurpunt Land van Reyen in Boechout-Vremde. Tijdens de rondleiding op de eerste dag was meteen duidelijk dat hier gemotiveerde natuurliefhebbers trachtten én erin slaagden om het landschap opnieuw een natuurlijker uitzicht te geven en de natuurwaarden te vergroten.
De wandeling leidde ons langsheen de Molenbeek, die door enkele ingrepen met het oog op hermeandering reeds een natuurlijker verloop heeft verkregen. Eén van de stageopdrachten was dan ook om de huidige toestand van de beek te onderzoeken, zodat aan de hand hiervan Natuurpunt een verdere monitoring kon opstellen. Over de hele loop werden de meanderingsgraad, het beekprofiel, de waterkwaliteit en de macrofyten (grotere planten) opgemeten en dit werd dan in verband gebracht met de macroinvertebraten (grotere ongewervelde dieren) die voorkwamen in de beek, hetgeen een bruikbaar uitgangspunt zou moeten opleveren voor de volgende jaren.
Tijdens de wandeling kregen we prachtige plaatsen, met onder andere grote aantallen dotterbloemen, te zien. Van vogels zagen we pareltjes als de wielewaal en een langsvliegende boomvalk! Uiteindelijk kwamen we aan een, momenteel nog, "soortenarm" grasland waarin twee plagplaatsen waren aangelegd om de bodem te verarmen en op deze manier de soortenrijkdom te verhogen. Hier vlogen een koppel "broedverdachte" bergeenden en scholeksters rond. Een tweede luik van de terrestrische stage was dan ook om de plantenproductiviteit en soortenrijkdom van geplagde en ongeplagde graslanden te vergelijken in functie van de grondwaterstand. Hierdoor kon het effect van de ingreep op de vegetatie onderzocht worden.
De "echte" veldbiologen stortten zich dan ook op deze interessante onderzoekjes, waarbij enerzijds planten gedetermineerd moesten worden en anderen tot hun middel in de beek stonden om zoveel mogelijk beestjes eruit te halen.
Maar voor elk wat wils, ook de "afwas" biologen kwamen aan hun trekken en werden koest gehouden met opdrachten zoals de "energiebalans en temperatuur van vegetaties nagaan" of het meten van bodemrespiratie (zuurstofverbruik van de bodem). Ik bespaar u de details!
Na drie dagen veldwerk, waarbij stormweer getrotseerd werd, moesten de gegevens verwerkt worden en bekwamen we de hierna volgende resultaten.
Er werd een duidelijk verband gevonden tussen de rijkdom aan macroinvertebraten en de waterkwaliteit. Zo werden er stalen genomen stroomafwaarts van een rioleringsbuis die in de Molenbeek uitkwam, wat klaarblijkelijk een negatieve invloed had op de fauna en flora van de beek. Voor de rest bleek de beek een redelijke waterkwaliteit te hebben, hetgeen de resultaten van de hermeanderingen zeker nog zal ten goede komen!
Het plaggen bleek een duidelijke invloed te hebben op de productiviteit van het grasland en deed de dominantie van grassen teniet maar resulteerde vooralsnog niet in het voorkomen van een grote soortenrijkdom en schaarse soorten. Het opvolgen van deze ingrepen in de toekomst zal zeker noodzakelijk zijn.
Voer dus voor een nieuwe lading biologen die ook dit jaar in mei minstens één dag in de Molenbeek zal komen waarnemingen doen!
Geert Beckers (student 2de lic. Bio. UA)
Mei 2003